De Nederlandse Gouden Eeuw was een periode van enorme welvaart voor de jonge republiek. De internationale handel bloeide op dankzij de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) - al heeft het ook een bittere geschiedenis, waarin Nederland ook actief was in de trans-Atlantische slavernij. Tijdens de Gouden Eeuw maakte Nederland een culturele ontwikkeling door die sterk verschilde van die van de buurlanden en algemeen beschouwd wordt als een van de hoogtepunten uit de vaderlandse geschiedenis. Terwijl in andere landen, rijke aristocraten beschermheren van de kunsten waren, speelden in Nederland de rijke burgerij deze rol. Zij lieten zichzelf graag afbeelden door bekwame portretschilders waardoor de schilderkunst in deze periode bloeide als nooit tevoren. Vanaf dit jaar is de tentoonstelling De Gouden Eeuw van de kunst in Nederland in de Jagdhütte van TopLokatie Sauerland te zien. Naast de prachtige schilderijen van Rembrandt, Hals, Vermeer en Steen, zijn er veel oude (kinder)spelen die je eens kunt uitproberen. 

Nederland was in de Gouden Eeuw op veel manieren een 'verlichte' staat, al zette ze zich nooit bewust zo neer. Toch kende het politieke systeem en de cultuur in de Republiek van die tijd veel typisch 'verlichte’ idealen. Er was een voor die tijd, hoge mate van religieuze tolerantie, een vrij handelssysteem, onderwijs en goede sociale instellingen waar bejaarden en wezen werden verzorgd. Tegenwoordig wordt het zeventiende-eeuwse Nederland daarom steeds vaker als een belangrijke plek genoemd waar de Verlichting begon. Pas in de achttiende eeuw was in heel Europa een ommezwaai in het denken over hoe de wereld ingericht zou moeten worden.

'Onze' graaf Casimir zu Sayn-Wittgenstein-Berleburg (1687 - 1741) - die een prominente rol in de tentoonstelling 'Die Suche nach dem wahren Glauben' heeft - mag gerust een 'verlicht vorst' genoemd worden. Hij bood onderdak aan vluchtelingen vanwege hun geloof - en zo werd het graafschap een centrum voor radicale piëtisten en kerkelijke separatisten. Maar hij bekommerde zich ook om wezen en bejaarden en vond dat ieder kind onderwijs moest krijgen. Casimir bezocht in zijn jonge jaren Nederland en werd sterk beïnvloed door de religieuze tolerantie en door het sociale stelsel aldaar. En zo is de cirkel rond. Twee tentoonstellingen die op het eerste gezicht geen raakvlakken hebben, maar juist op veel vlakken verweven zijn met elkaar. Wist u bijvoorbeeld dat in de Gouden Eeuw veel Duitse (Christelijke) theosofische boeken - ook wel 'radicaal piëtistisch' genoemd - in Amsterdam werden gedrukt? In de tentoonstelling 'Die Suche nach dem wahren Glauben' laten we u hier voorbeelden van zien.

Das Goldene Zeitalter (niederländisch: de Gouden Eeuw) bezeichnet in der Geschichte der Niederlande eine rund einhundert Jahre andauernde wirtschaftliche und kulturelle Blütezeit, die ungefähr das 17. Jahrhundert ausfüllt. Der internationale Handel florierte dank der Niederländischen Ostindien-Kompanie (VOC) – obwohl er auch eine bittere Geschichte hat, in der Holland auch in der transatlantischen Sklaverei aktiv war. Die Niederlande durchliefen im Goldenen Zeitalter eine kulturelle Entwicklung, die sich von der ihrer Nachbarstaaten deutlich unterschied und allgemein als einer der Höhepunkte der niederländischen Geschichte angesehen wird. Während in anderen Ländern reiche Aristokraten, Schirmherren und Gönner der Künste waren, spielte in den Niederlanden das wohlhabende Bürgertum diese Rolle. Sie ließen sich gerne von erfahrenen Porträtmalern porträtieren, sodass die Malerei in dieser Zeit eine nie dagewesene Blüte erlebte. Ab dieses Jahr ist die Ausstellung Das Goldene Zeitalter der Kunst in Holland in der Jagdhütte von TopLokatie Sauerland zu sehen. Neben den wunderschönen Gemälden von Rembrandt, Hals, Vermeer und Steen gibt es viele alte (Kinder-)Spiele, die Sie ausprobieren können.

Im Goldenen Zeitalter war Holland in vielerlei Hinsicht ein „aufgeklärter“ Staat, obwohl sie sich nie bewusst als solcher präsentierte. Dennoch gab es im damaligen politischen System und in der Kultur der Republik viele typische „aufgeklärte“ Ideale. Es gab ein für die damalige Zeit hohes Maß an religiöser Toleranz, ein Freihandelssystem, Bildung und gute soziale Einrichtungen, in denen man sich um ältere Menschen und Waisen kümmerte. Heute werden die Niederlande des 17. Jahrhunderts daher zunehmend als wichtiger Ort des Beginns der Aufklärung bezeichnet. Erst im 18. Jahrhundert kam es in ganz Europa zu einem Umdenken in der Frage, wie die Welt organisiert werden sollte.

„Unser“ Graf Casimir zu Sayn-Wittgenstein-Berleburg (1687 – 1741) – der in der Ausstellung „Die Suche nach dem wahren Glauben“ eine herausragende Rolle spielt – darf als „aufgeklärter Fürst“ bezeichnet werden. Er nahm Flüchtlinge wegen ihres Glaubens auf - und so wurde die Grafschaft zu einem Zentrum der Radikalpietisten und kirchlichen Separatisten. Er kümmerte sich aber auch um Waisen und ältere Bürger und glaubte, dass jedes Kind eine Ausbildung erhalten sollte. Casimir besuchte in jungen Jahren die Niederlande und wurde stark von der dortigen religiösen Toleranz und dem sozialen System beeinflusst. Und so schließt sich der Kreis. Zwei Ausstellungen, die auf den ersten Blick keine Gemeinsamkeiten haben, tatsächlich aber auf vielfältige Weise miteinander verknüpft sind. Wussten Sie zum Beispiel, dass im Goldenen Zeitalter in Amsterdam viele (Christliche) theosophische Bücher - auch 'Radikal Pietistisch' oder 'Kirchenkritisch' genannt - in deutscher Sprache gedruckt wurden? In der Ausstellung „Die Suche nach dem wahren Glauben“ zeigen wir Ihnen Beispiele.